Jarenlang waren synthetische koudemiddelen zoals HFK’s de standaard in de koeltechniek. Ze werkten efficiënt en leken een veilige keuze. Maar inmiddels weten we dat ze een flinke impact hebben op het klimaat. Door hun sterke bijdrage aan de opwarming van de aarde neemt de druk toe om te verduurzamen. Niet alleen vanuit de sector zelf, maar ook vanuit de politiek: nieuwe Europese regelgeving moet het gebruik van deze middelen fors terugdringen en de overstap naar klimaatvriendelijke alternatieven versnellen
De F-gassenverordening verplicht bedrijven om het gebruik van deze middelen stap voor stap af te bouwen. Als koeling een cruciale rol speelt binnen jouw organisatie, is het belangrijk om te weten wat deze uitfasering betekent en welke alternatieven er beschikbaar zijn. In dit artikel gaan we dieper in op de gevolgen van de regelgeving en bespreken we het verschil tussen synthetische en natuurlijke koudemiddelen.
Gevolgen van de F-gassenverordening
De F-gassenverordening, officieel bekend als Verordening (EU) nr. 573/2024, richt zich op het verminderen van de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen. De kern van deze regelgeving bestaat uit drie pijlers:
- Gebruiksverbod
- Productiebeperking
- Nieuwbouwverbod
Gebruiksverbod
Het gebruik van HFK’s met een Global Warming Potential (GWP) hoger dan 2.500 wordt geleidelijk afgebouwd. Denk hierbij aan R404A en R507. Tot 2030 mag je alleen gerecycled of geregenereerd koudemiddel gebruiken, daarna is het volledig verboden. Daarnaast wordt R32 (GWP 657) vanaf 2027 verboden in de productie van nieuwe warmtepompen.
Productiebeperking
De productie van F-gassen wordt tussen 2015 en 2030 afgebouwd tot slechts 21% van de oorspronkelijke productie. Dit betekent dat koudemiddelen zoals R134a, R407C en R410A steeds schaarser en duurder worden.
Nieuwbouwverbod
Sinds 2020 mogen er geen nieuwe installaties worden gebouwd die HFK’s met een GWP hoger dan 2.500 bevatten. Sinds 2022 geldt er een nog strikter verbod op het gebruik van bepaalde synthetische koudemiddelen in nieuwe installaties.
Het verschil tussen synthetische en natuurlijke koudemiddelen
Synthetische koudemiddelen zoals HFK’s zijn jarenlang populair geweest vanwege hun efficiënte koelprestaties. Echter, door hun hoge GWP dragen ze sterk bij aan de opwarming van de aarde. Natuurlijke koudemiddelen bieden een duurzaam alternatief en hebben vaak een lager of zelfs nul GWP.
Natuurlijke vs. Synthetische koudemiddelen

De meest gebruikte koudemiddelen
Op dit moment zijn er drie koudemiddelen die bijzonder veel worden gebruikt in de koel- en airconditioningsindustrie: R32, R290 en R134a. Elk van deze middelen heeft unieke kenmerken die ze geschikt maken voor specifieke toepassingen. Laten we ze nader bekijken.
R32 (HFK)
R32 is een HFK-koudemiddel dat op dit moment een van de meest gebruikte middelen is voor airconditioningsystemen en warmtepompen. R32 heeft een GWP-waarde van 675, wat veel lager is dan andere veelgebruikte koudemiddelen zoals R410A (GWP 2088). Hoewel R32 een lagere impact heeft dan R410A, is het nog steeds een synthetisch koudemiddel, wat betekent dat het zeker niet volledig klimaatneutraal is.
Toepassingen van R32:
- Airconditioningsystemen
- Warmtepompen
- Koelsystemen in commerciële en industriële toepassingen
Gebruik en toekomst: R32 werd steeds populairder, vooral in de commerciële en residentiële airconditioningindustrie. Het is een efficiënte keuze voor systemen die lagere GWP-waarden vereisen, en het wordt al veel gebruikt in nieuwe installaties. Desondanks is er een verschuiving richting natuurlijke koudemiddelen, zoals CO2 (R744) en propaan (R290), die nog minder schadelijk zijn voor het milieu.
R290 (Propaan)
R290 is een natuurlijk koudemiddel, ook wel bekend als propaan, en heeft een GWP van slechts 3. Dit maakt het een van de meest milieuvriendelijke koudemiddelen die momenteel beschikbaar is. Het wordt steeds vaker gebruikt in commerciële koelsystemen en zelfs huishoudelijke apparaten zoals koelkasten en vriezers.
Toepassingen van R290:
- Commerciële koelsystemen
- Huishoudelijke koelkasten
- Vriezers
- Kiosk- en winkelkoelingen
Gebruik en toekomst: R290 wint snel terrein vanwege zijn lage GWP en uitstekende koelprestaties. Hoewel het brandbaar is en extra veiligheidsmaatregelen vereist, groeit de acceptatie van R290 als alternatief voor synthetische koudemiddelen gestaag. De trend wijst op een bredere toepassing in commerciële en kleinere koelinstallaties.
Bij onderhoudswerkzaamheden kan het R290 worden afgefakkeld om gevaarlijke ophoping van explosief gas te voorkomen. Gecontroleerd affakkelen zorgt ervoor dat het gas wat uit de koelinstallatie komt veilig wordt verbrand, waardoor het risico op brand en explosies tot een minimum wordt beperkt.
Brochure aanvragen Mobiele Fakkelinstallatie
R134a (HFK)
R134a is een van de meest gebruikte synthetische koudemiddelen in zowel commerciële als huishoudelijke koelsystemen. Het heeft een GWP van 1.430, wat aanzienlijk lager is dan oudere koudemiddelen zoals R12. Hoewel het minder schadelijk is voor de ozonlaag, heeft het nog steeds een aanzienlijke klimaatimpact door de opwarming van de aarde te bevorderen.
Toepassingen van R134a:
- Auto-airconditioningsystemen
- Koelkasten en vriezers
- Commerciële koelsystemen
- Lucht- en watergekoelde systemen
Gebruik en toekomst: Hoewel R134a een breder gebruik heeft dan veel andere koudemiddelen, komt het steeds meer onder druk te staan vanwege de striktere EU-regels die gericht zijn op het verlagen van de GWP van gebruikte koudemiddelen. Er is al begonnen met het vervangen van R134a door alternatieven met een lager GWP, zoals R1234yf, wat leidt tot een afname van het gebruik van R134a, met name in de autosector.
GWP-waarde en impact op de industrie: Volgens gegevens uit de Europese Commissie werd in 2020 ongeveer 10 miljoen ton CO2-equivalent aan HFK’s verbruikt in Europa. Dit maakt het belang van het verminderen van het gebruik van dergelijke stoffen duidelijk. De vooruitzichten zijn dat de vraag naar HFK’s, zoals R134a en R410A, in de komende jaren zal afnemen door de verstrenging van de regelgeving.
Alternatieven voor synthetische koudemiddelen
In reactie op de regelgeving worden er steeds meer alternatieven ontwikkeld. De nadruk ligt hierbij vooral op natuurlijke koudemiddelen, die over het algemeen een veel lager of zelfs nul GWP hebben, en dus veel beter voor het milieu zijn.
Natuurlijke koudemiddelen: Een duurzaam alternatief
Zoals de naam al suggereert, komen natuurlijke koudemiddelen van nature voor. Hierdoor zijn ze minder belastend voor het milieu dan synthetische koudemiddelen. Natuurlijke koudemiddelen moeten overigens nog wel eerst ‘gemaakt worden’.
Natuurlijke koudemiddelen hebben geen of een heel laag broeikaseffect bij lekkage. Wel vergt het omgaan met natuurlijke middelen meer aandacht voor de veiligheid (vanwege de brandbaarheid en/of giftigheid). Daarom zijn er onder andere certificeringsregels en regels voor toezicht en handhaving als het gaat om werken met deze middelen.
Dit zijn enkele veelgebruikte natuurlijke koudemiddelen:
- Ammoniak (NH3 / R717)
Voordelen: Uitstekende koelprestaties, energiezuinig, geen GWP.
Nadelen: Giftig en licht ontvlambaar.
Toepassingen: Industriële koelsystemen, voedselverwerking. - Koolstofdioxide (CO2 / R744)
Voordelen: GWP van slechts 1, breed inzetbaar.
Nadelen: Hoge werkdruk, waardoor robuustere apparatuur nodig is.
Toepassingen: Supermarkten, warmtepompen, industriële koeling. - Koolwaterstoffen (Propaan R290, Iso-butaan R600a, Propyleen R1270)
Voordelen: Zeer laag GWP, efficiënte koelprestaties.
Nadelen: Ontvlambaarheid.
Toepassingen: Commerciële koelsystemen, huishoudelijke koelkasten. - Pentaan (R601)
Voordelen: Geen GWP, breed inzetbaar.
Nadelen: Brandbaar.
Toepassingen: Schuimisolatie, koelsystemen.
Mondiale en Europese aanpak
De regelgeving rond koudemiddelen vindt haar oorsprong in het Montreal Protocol en het Kigali-amendement. Deze internationale verdragen, oorspronkelijk gericht op het elimineren van ozonlaag afbrekende stoffen, richt zich nu ook op de terugfasering van HFK’s. Met deze afspraken kan wereldwijd ongeveer 0,3-0,5 graad Celsius extra opwarming worden voorkomen.
Op Europees niveau wordt gewerkt aan de naleving van deze afspraken via de F-gassenverordening. De EU heeft sinds 2024 aanvullende beleidsmaatregelen ingevoerd, zoals het quotumsysteem en strengere certificeringseisen voor bedrijven en installateurs.